Dubbele vergitiging Sassenheim en Lisse


maandag 24 januari 1898:

Marcus van Kampen is op weg naar het huis van zijn zwager Josephus van Diest. Aan het dochtertje van Josephus vraagt hij wat melk te kopen en geeft haar wat geld mee. Wanneer ze weer thuis is draagt hij haar op hierover te zwijgen. Hij vult  een kan met de melk; het dochtertje ziet nog dat hij er wat indoet.  Hij vult een glas en geeft het aan zijn zwager die op bed ligt herstellende  van de griep. Na nog een tweede gegeven te hebben vertrekt Marcus uit het huis. Die nacht krijgt Josephus hevige pijnen en overlijdt nog diezelfde nacht.  Wat heeft Marcus in de melk gedaan.


December 1897:

Na het overlijden van zijn eerste vrouw blijft Marcus alleen achter met zijn 10 kinderen. Hij pakt zijn leven weer op met Johanna de Winter; de tante van de vrouw van Josephus. Hij vraagt haar enige tijd later met hem te  willen trouwen maar ze wijgert om het zoontje van 1,5 jaar, de gezondheid van het jonge kind gaat niet lang daarna langzaam  achteruit en sterft. Door een zeer verslagen Marcus wordt het jongetje begraven. Waarom  wordt niet veel later ook Johanna zo ernstig  ziek dat ze binnen een paar uur overlijdt aan de gevolgen. 

onderzoek 1898:

De Haarlemsche justitie start een grootschallig onderzoek naar deze twee uitzonderlijke sterfgevallen uit Sassenheim en Lisse. Het vermoeden door vergiftiging is gewekt wat vervolgens wordt geconstateerd door dr Metzlar de arts van Josephus.

Marcus richt zich tot de pastoor van zijn parochie om het verlies van zijn vrouw te kunnen verwerken. Tijdens het gesprek krijgt het verhaal een vreemde draai waardoor de pastoor gaat twijfelen en  de autoriteiten inlicht. Marcus wordt tijdens werkzaamheden op zijn land gearresteerd  en meegenomen voor verhoor waar hij uiteindelijk de moorden bekend.

Een natuurlijke dood van zijn eerste vrouw en zoontje wordt nu ook in twijfel getrokken. Om zekerheid te krijgen worden die beide lichamen opgegraven voor onderzoek. 

In april staat Marcus Johannes van Kampen voor de rechtbank. Uit de getuigenverklaring van dr Metzlar, die de sectie heeft verricht, blijkt dat in de lichamen van Josephus van Diest en  Johanna de Winter hoeveelheden arsenicum van 953 en 918 milligram gevonden werd; een hoeveelheid van 100 milligram is voldoende om de dood te veroorzaken. 


Reden van de moord:

 Marcus bijkt twintig jaar een verhouding te hebben gehad met de vrouw van Josephus van Diest.  Door het huwelijk met Johanna kwam hij weer met haar in aanraking. Bij Marcus bloeide waarschijnlijk de liefde weer op en besloot Johanna de Winter en zijn zwager Josephus  uit de weg te ruimen zodat hij met haar kon trouwen. 

Marcus van Kampen  was werkzaam als bloembollenkweker bij  firma van Leeuwen en Berenhout waar hij de beschikking had over arsenicum voor het verdelgen van de ratten en muizen. 

GN0319 Marcus Johannes van Kampen

 

Een overzicht van krantenberichten zijn te vinden op zijn persoonlijke pagina.